“Marolle(n)” verwees naar het hoerige gedrag in de rosse buurt
De naam van de Brusselse wijk “Marolle(n)” verwees naar het hoerige gedrag in de rosse buurt en niet naar een kloosterorde van apostolinnen of maricolenzusters. Dat zegt de Brusselse gids Luc Surdiacourt in zijn nieuwe historische werk “De Marollen: een eeuwenoud misverstand” dat bij Uitgeverij Davidsfonds verscheen.
Twintig jaar lang was oud-VRT-medewerker en gids Luc Surdiacourt bezig aan zijn onderzoek in archieven om de ware ontstaansgeschiedenis van de benaming van de Brusselse wijk Marollen te achterhalen. Surdiacourt concludeert dat de naam niet afkomstig is van een kloosterorde. De Marollekens of Apostolinnen hebben nooit een klooster in hartje Brussel gehad. Wel kwamen ze in 1691 naar Brussel om er gewezen prostituees in de Heilige Cruyskapelle op te vangen. Maar die verbeteringsinstelling lag in de benedenstad.
De ware geschiedenis van de Marolle (zonder -n) vond Surdiacourt in het archief van de kerkelijke rechtbank van het aartsbisdom Mechelen. Daar bevindt zich een lijst van de Brusselse bordelen. Etymologisch zou de naam Marollen zijn oorsprong hebben gevonden in het Noord-Franse dorp Maroilles. De meisjes van dat dorp, die de naam “pucelles de Marolle” kregen, zouden hun diensten hebben aangeboden aan de plaatselijke benedictijnenpaters.
Comments are closed.